top of page

Wat als mijn kind snel boos wordt?

Sommige kinderen kunnen heel snel ontploffen. Eén klein “nee”, een opmerking die verkeerd aankomt, een spel dat anders loopt dan gehoopt... en boem, daar is de woede-uitbarsting. Geroep, tranen, stampen of weglopen. Als ouder of begeleider kan dat moeilijk zijn, maar ook erg vervelend.

Laten we daarom even samen bekijken naar wat er achter die boosheid zit, wat wel en niet werkt in zo’n moment, en wat je kan zeggen om écht te helpen.

Boos zijn is niet fout

Boosheid is een emotie, net zoals verdriet of blijdschap. Het is een signaal: "er is iets dat niet klopt voor mij." Misschien voelt iets oneerlijk.

Misschien loopt iets niet zoals verwacht.

Misschien voelt je kind zich machteloos, bang of niet gehoord.

Heel veel misschienen

En als kinderen dat gevoel niet goed kunnen benoemen, komt het er soms uit als... woede.


Kinderen hebben nog weinig manieren om met emoties om te gaan

Een kind dat boos wordt, is geen moeilijk kind.

Het is een kind dat nog aan het leren is.

Jonge kinderen begrijpen hun eigen gevoelens vaak nog niet goed.

Laat staan dat ze weten wat ze ermee moeten doen.

Als volwassenen hebben we geleerd om te zeggen: “Ik ben gefrustreerd, ik ga even wandelen.” En laten we eerlijk zijn, ook als volwassenen is dit niet gemakkelijk.

Kinderen voelen iets en reageren meteen.

Niet omdat ze stout zijn, maar omdat hun brein nog in groei is.

Helpt het dan om te zeggen: "ik zie dat je boos bent?"

Dat hangt ervanaf van hoe en wanneer je het zegt.

Wanneer wel?

  • Als je kind overspoeld wordt en zelf niet goed begrijpt wat er gebeurt

  • Als je het op een rustige, verbindende toon zegt Bijvoorbeeld bij een jong kind dat aan het stampvoeten is:“Volgens mij ben je boos omdat het spelletje gedaan is. Klopt dat?” Je helpt dan woorden geven aan wat nog geen taal had.

Wanneer niet?

  • Als je kind het al goed weet en geen woorden wil horen

  • Als je het midden in de uitbarsting zegt. Vaak reageren kinderen dan met: “Dat weet ik zelf ook wel!” of “Laat me met rust!” Dan werkt stilte en nabijheid beter dan taal.

Wat helpt dan bijna altijd wél? (maar is ook erg moeilijk ;-) )

1. Blijf zelf rustig waar mogelijk

Als jij meegaat in de boosheid, wordt het vaak moeilijker. Jij bent op dat moment het voorbeeld. => Hoe rustiger jij blijft, hoe makkelijker je kind terug tot rust kan komen. In de pedagogie wordt er vaak gesproken van de ouder als een vuurtoren in de storm.

2. Bied erkenning op een manier die past bij je kind

Dat hoeft niet altijd via woorden. Soms is een knik, een aanraking of gewoon blijven zitten al genoeg. Wacht tot je kind klaar is voor taal, en kies dan je woorden zorgvuldig.

3. Benoem wat er gebeurt — op het juiste moment

Pas als je merkt dat je kind weer ruimte heeft om te luisteren, kan je iets zeggen als:“Je vond het moeilijk dat ik stop zei, hé?

Of: “Dat voelde niet eerlijk voor jou.”


4. Praat erover achteraf

Als de rust terug is, kan je samen terugblikken:

  • Wat gebeurde er?

  • Wat voelde je?

  • Wat had je nodig?

  • Wat kunnen we volgende keer anders doen?

Helpende zinnen voor jou als ouder of begeleider

Hieronder vind je een lijstje met zinnen die je kan gebruiken, afhankelijk van de situatie. Let op: niet in het heetst van de strijd, maar net ervoor of erna.

Bij jonge kinderen die roepen of stampen:

  • “Je wou dat het op jouw manier ging.”

  • “Je vindt stoppen moeilijk, hé.”

  • “Zullen we straks een nieuw spelletje kiezen?”

Bij stille boosheid of terugtrekken:

  • “Ik zie dat je even alleen wil zijn. Ik blijf in de buurt.”

  • “Als je klaar bent om te praten, ben ik hier.”

  • “Het is oké om boos te zijn. Dat gevoel mag er zijn.”

Bij pubers of oudere kinderen:

  • “Wil je even alleen zijn, of wil je dat ik blijf luisteren?”

  • “Wat zou je nu echt nodig hebben?”

  • “Zullen we straks samen kijken hoe we dit beter kunnen aanpakken?”

Ik herhaal nog eens: boosheid is geen probleem. Het is een signaal.

Een kind dat boos wordt, zegt eigenlijk: Ik weet even niet hoe ik hiermee moet omgaan. Het is een kans om te leren. Niet via straffen of belonen, maar via verbinding en geduld.

Boosheid hoort bij opgroeien. En een kind of jongere zal bozer durven worden op een plaats waar hij zichzelf kan zijn. Waar hij zich op zijn gemak voelt. Hoe meer ruimte er is om te oefenen, hoe sterker kinderen worden in het omgaan met gevoelens. Is dit gemakkelijk voor jou als ouder? nee zeker niet, en het kan met momenten zelfs erg frustrerend zijn, vermoeiend zijn,.... Ophouden zal het niet door deze tips, maar misschien is het wel gemakkelijker om te leren de-escaleren. Ik wens het je alvast toe. Liefs,

Rita

ree

 
 
 

Opmerkingen

Beoordeeld met 0 uit 5 sterren.
Nog geen beoordelingen

Voeg een beoordeling toe
bottom of page